Gusinje
Gusinje is een klein stadje en gemeente in het noordoosten van Montenegro. Het heeft een bevolking van 1.704 inwoners. De naam Gusinje is afgeleid van het woord guska wat gans betekend. De oudere naam was Gousino. In de Ottomaanse periode stond het bekend in het Turks als Gusna. In het Albanees staat het bekend als Gucia. De stad is gelegen in het ravijn van Plav en Gusinje van het Prokletije gebergte, op een hoogte van ongeveer 1.000 meter.
Geschiedenis
Joegoslavische onderzoekers hebben geprobeerd om het Plav en Gusinje ravijn te verbinden met het middeleeuwse župa (graafschap) van “Guseimo” genoemd in de kroniek van de priester van Duklja als onderdeel van “Podgorje”. Sommige onderzoekers geloven dat de provincie gelegen was in Upper Polimlje, waaronder Gusinje. Het is bekend dat een middeleeuwse nederzetting zich bevond op het grondgebied van het huidige Gusinje. Gusinje werd genoemd als een dorp, als één van de caravanstations op de weg Kotor-Scutari-Podgorica-Peć, in de 14e eeuw. Het werd genoemd in Ottomaanse geschriften uit 1485. In het begin van de 17e eeuw, vóór 1611, werd het fort van Gusinje gebouwd op de plaats van de middeleeuwse nederzetting, aan de rand van het Prokletije gebergte. Vanaf het midden van de 17e eeuw begon de Kelmend stam uit Noord-Albanië en de Kuči stam willekeurig het ravijn te veroveren, concurrerend met andere Servische en islamitische Albanese immigranten uit Malësië en Montenegro, die overwegend Servisch sprekend waren. De kleine steden Plav en Gusinje hadden ook een gemengde bevolking, waarvan de moedertaal Servisch was. De provincie werd bewoond door een Servische bevolking (waaronder in mindere mate een moslimbevolking van Servische afkomst en taal) en een Albanese bevolking. In de eerste helft van de 19e eeuw had Gusinje 400 huishoudens, waarvan 75% moslims en 25% Serviërs. Volgens M. Velimirović waren de huishoudens aan het eind van de 19e eeuw meer dan 1600 huishoudens, en dat er vier moskeeën waren en geen kerk. Een andere bron heeft echter 495 huishoudens met 2.588 inwoners. Gusinje werd op dat moment vertegenwoordigd door een kaymakam (kazagouverneur). De regio Plav en Gusinje was de plaats van verschillende veldslagen in 1879 en 1880 tussen de pro-Ottomaanse Albanese nationalistische Bond van Prizren en Montenegrijnse troepen, na het Congres van Berlijn uit 1878. Het congres had besloten dat de Ottomaanse districten werden afgestaan aan het Prinsdom Montenegro, wat verontwaardigd werd ontvangen door Albanese nationalisten, die de door de Ottomanen gesteunde Liga van Prizren stichtten. De Ottomanen leverden wapens aan de lokale moslimbevolking en stuurden ook reguliere troepen. Ali Pasha van Gusinje, een leider in de organisatie, mobiliseerde Albanese lokalen om de Montenegrijnse troepen aan te vallen die consequent in de regio waren gestationeerd. Na het eerste succes werden de Albanezen begin 1880 verslagen door de Montenegrijnse troepen onder leiding van Marko Miljanov. Maar Gusinje bleef in de handen van de Ottomanen en Ülgün werd afgestaan ter compensatie. De districten waren de facto onderdeel van de Sanjak van Novi Pazar (Kosovo Vilayet) tussen 1877 en 1913. Montenegro nam het uiteindelijk in 1912 tijdens de eerste Balkanoorlog over. De Montenegrijnse verovering werd in 1913 door de Ottomanen erkend. In 1967 werd de nederzetting beschreven als “het oosterse, hoogklimatische zomerverblijf ”, dat vanwege de afgelegen ligging en de locatie aan de grens niet voldoende aandacht kreeg van de overheid. De grondlegger van het hedendaagse Gusinje was Dedë Shala, een Albanese katholiek. In 1455 bekeerde Shala zich tot de islam en werd bekend als Omer-aga Shala. Shala kreeg vervolgens land in de hele regio van de Ottomaanse autoriteiten. Zijn zoon, Hasan-aga Omeragaj, bouwde het eerste huis in Gusinje aan de rivier de Grncar en bouwde het Omeragaj vestiging in Guciae. Zijn andere zoon Tahir-aga Omeragaj richte de Omeragaj vestiging in Plav. De familie Omeragaj die later zou bekeren naar het slavische Omeragići, was de heersende familie van Gusinje vanaf 1461 tot de aankomst van Veli Beg en zijn zonen Ahmed, Redzep en Ibrahim, die Perzen van Turkse origine waren die zich in 1590 in Gusinje vanuit Khorasan vestigden. Van Veli Beg’s zoon Redzep Pasha ontsprong de Redzepagic familie, die uitgroeide tot een van de meest prominente families in Gusinje voor de rest van de Ottomaanse heerschappij. Volgens Ottomaanse documenten in Istanbul, daterend uit 1852, maakte Gusinje deel uit van de Vilayet, een provincie van Kosovo. Van eind 15e tot begin 18e eeuw emigreerden veel families uit verschillende delen van de islamitische wereld naar de Vilayet van Kosovo. Deze documenten uit Istanbul laten zien dat gezinnen uit het islamitische Spanje emigreerden na de verdrijving van de moslims en joden uit Granada in 1492 naar het Ottomaanse domein dat zich in Gusinje vestigde. Er waren ook enkele Turkse gezinnen die zich in de 17e eeuw in Gusinje vestigden. Tijdens het Turkse bewind zijn veel Albanezen bekeerd van het rooms-katholicisme tot de islam. De meerderheid van de burgers van Plav en Gusinje waren van Albanese afkomst, vandaar dat de meerderheid van de bevolking toen katholiek was, met uitzondering van enkele Oosters-orthodoxe families. Tegen 1700 omhelsde meer dan 75% van de inwoners van Plav en Gusinje de islam. De Turkse overheersing werd doorgegeven aan Montenegro door het Congres van Berlijn in 1878. Deze beslissing was echter niet populair bij de lokale bevolking en tussen 1878 en 1912 bestonden Plav en Gusinje als een de facto onafhankelijke staat.
Toerisme
Er zijn veel bistro’s in de stad, die voornamelijk Balkan specialiteiten serveren, genaamd ćevapi. Op de hoofdweg is er een snoepwinkel met heerlijke taarten en snoep en ook koffie bereid in cezve voor zeer redelijke prijzen. De bronnen van Ali Pasha genaamd Alipašini izvori, vernoemd naar Ali Pasha van Gusinje, zijn de voornaamste attractie van de stad. De rivier komt direct uit een rots in veel kleine bronnen. Deze plaats is vooral druk op 2 augustus, die de onafhankelijkheidsdag van Gusinje markeert. Naast de bronnen is ook het mooie bergachtige nationaal park van Prokletije in de nabijheid.
Accommodatie
Bijna alle bezoekers van Gusinje komen richting de stad om te gaan bergwandelen in het park van Prokletije. Het Prokletije park is het jongste park van Montenegro en het minst bekende. De meeste bezoekers die de bergen van Montenegro willen bezoeken kiezen grotendeels voor het bekendere Durmitor, dat ook makkelijker te bereiken is. Echter doet het gebergte van Prokletije zeer zeker niet onder voor het Durmitor gebergte, en is volgens vele zelfs mooier. Dit is altijd een kwestie van smaak natuurlijk, maar het kan niet ontkend worden dat Prokletije vele mate ruiger en minder toegankelijk is. Dus de meeste bezoekers van Gusinje zijn ook de meer ervarenere bergwandelaars die meer uitdaging en meer rust opzoeken.
- Hotel Rosi – Hotel Rosi ligt op 200 meter van het centrum van Gusinje en biedt een eigen restaurant, biljart en tafeltennis, gratis fietsverhuur en een grote supermarkt. De accommodatie biedt kamers met gratis WiFi.
Alle kamers zijn voorzien van kabel-tv en een tafel. De privébadkamers zijn uitgerust met een douche en gratis toiletartikelen. Hotel Rosi heeft een 24-uursreceptie, vergaderruimtes en een pinautomaat. Er ligt een binnenzwembad vlak naast het gebouw. Aan de overkant vindt u een voetbalveld. Tegen een toeslag kan er vervoer naar het nationale park Prokletije, dat op 10 km afstand ligt, geregeld worden. Er ligt een bushalte 100 meter verderop en er is gratis privéparkeergelegenheid beschikbaar. - Faciliteiten : Gratis Wi-Fi, Gratis parkeergelegenheid, Restaurant, Balkon, Terras, Tuin, Uitzicht op de bergen, Fietsverhuur (toeslag), Bar, Ontbijt op de kamer, 24-uursreceptie, Geldautomaat ter plaatse, Strijkservice, Roomservice.
- Locatie : 0,2 km van het stadscentrum.
- Bekijk aanbod >>>
Locatie
